Home > Veelgestelde vragen
Veelgestelde vragen

Heb je een klacht over de jeugdzorg? Dan ondersteunen wij je bij het verwoorden, indienen en het bespreken van zo’n klacht. Een officiële klachtenprocedure is niet de standaardroute. In veel situaties blijkt dat een goed gesprek vaak al heel wat kan oplossen. Maar je kunt als kind, jongere of (pleeg)ouder natuurlijk kiezen voor een klachtenprocedure en dan zullen we je daarbij ondersteunen als je dat wil. Daar lees je hier meer over.
Op deze pagina vind je de meest gestelde vragen over het indienen van klachten in de jeugdzorg door jongeren, ouders, pleegouders en professionals.
Jongeren
Je kunt je verhaal in vertrouwen vertellen aan de vertrouwenspersoon. Dat betekent dat hij of zij niet alles zomaar doorvertelt aan de instelling of aan anderen. Maar als je iets vertelt dat gevaarlijk is voor jou of voor anderen, dan is de vertrouwenspersoon verplicht om daar iets mee te doen. De veiligheid staat voorop. De vertrouwenspersoon zal dan samen met jou kijken aan wie jullie het best samen kunnen vertellen. Dit kan aan je mentor zijn, of aan je gezinsvoogd. Als jij dat niet wilt, dan zal de vertrouwenspersoon het zonder jou aan iemand vertellen. De vertrouwenspersoon bespreekt wel altijd eerst met jou met wie hij gaat praten en wat hij precies moet vertellen.
Nee. Je mag over elk onderwerp met de vertrouwenspersoon praten. Je mag vertellen wat je vandaag hebt meegemaakt op school, je mag je zorgen over iets met de vertrouwenspersoon delen, je mag vertellen waar je verdrietig of boos over bent, of als je iets anders kwijt wilt.De vertrouwenspersoon zal altijd naar je luisteren. Wel is het zo dat de vertrouwenspersoon er speciaal is voor zaken die met jeugdhulp te maken hebben. Vragen, problemen of klachten met en over de jeugdzorg, daar kan de vertrouwenspersoon je verder mee helpen!
Nee. De vertrouwenspersoon weet alleen van jou wat jij aan hem of haar hebt verteld. Jij mag zelf bepalen óf je iets aan de vertrouwenspersoon vertelt en wát je dan precies vertelt. De vertrouwenspersoon spreekt ook niet vooraf met de groepsleiding, of met je gezinsvoogd of hulpverlener.
Ouders
Ben je niet tevreden over het handelen van een jeugdprofessional (bijvoorbeeld de gezinsvoogd, casemanager, mentor, psycholoog of pedagoog)? Dan kun je een tuchtklacht tegen hem of haar indienen. Dat kan bij de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) in Bilthoven. Een vertrouwenspersoon tuchtzaken kan je hierbij helpen en gratis ondersteunen. Lees er meer over.
Als ouder ben je afhankelijk van de instelling die je helpt bij de opvoeding. Het wordt hierdoor soms lastiger om zaken te bespreken waarover je niet tevreden bent. De mening van de hulpverleners van de instelling is belangrijk. Wanneer je kritiek hebt of een andere mening, kan het moeilijk voor zijn om dat aan de hulpverleners te laten weten, terwijl het juist zo belangrijk is.
De vertrouwenspersoon is er om je te helpen. Als er dingen niet goed lopen in de hulpverlening, kun je de vertrouwenspersoon van Jeugdstem inschakelen. Als je wilt dat er dingen veranderen, dan kan de vertrouwenspersoon je adviseren over de stappen die je daarvoor kunt zetten en je daarbij ook helpen, zoals bij het schrijven van brieven of e-mails of de ondersteuning bij klachtgesprekken. Ook geeft de vertrouwenspersoon uitleg over je rechten en plichten.
De gemeente is verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Wanneer je hulp nodig hebt, ga je allereerst naar gemeente waar je woont. Je krijgt dan advies en samen met de deskundigen bekijk je samen met je kind welke hulp het beste is. De meeste gemeenten hebben jeugd-/wijkteams of een Centrum voor Jeugd en Gezin die je kunnen helpen. Je kunt zelf direct contact met ze opnemen. Maar het kan ook via de huisarts/ jeugdarts, zij kunnen rechtstreeks verwijzen naar een jeugdhulpaanbieder.
De gemeente besluit welke hulp er wel of niet wordt ingezet, dat staat in het verleningsbesluit. Als je geen hulp krijgt of niet de hulp die het kind nodig heeft, kun je bezwaar maken tegen dit besluit. De vertrouwenspersonen van Jeugdstem kunnen je daarbij helpen. Bijvoorbeeld door samen een brief of e-mail te schrijven. Maar ook door je te helpen als je in gesprek gaat met professionals van de gemeente over de onvrede of klachten.
Iedere mening is belangrijk. Dus die mag je laten horen. Je kunt je eigen mening zelf aangeven bij de jeugdhulpverlener, maar een vertrouwenspersoon kan je hierbij ook bij helpen. Allereerst moet goed duidelijk zijn waarom je het niet met de jeugdhulpverlener eens bent. De vertrouwenspersoon is er om samen te bekijken of er redenen zijn voor een gesprek. Zo ja, dan kun je samen met de vertrouwenspersoon een gesprek aanvragen met de jeugdhulpverlener.
Samen met de vertrouwenspersoon bereid je het gesprek voor en zorg je dat jouw mening in een brief of e-mail naar de jeugdhulpverlener gaat. Meestal is een gesprek voldoende om tot een oplossing te komen. De vertrouwenspersoon kan bij het gesprek zijn en erop letten dat alles goed besproken wordt.
Ondertoezichtstelling (ots) is een gezagsbeperkende maatregel. Als in jouw gezin zulke ernstige opvoedingsproblemen voorkomen dat de ontwikkeling van je kind of kinderen belemmerd wordt, kan de rechter het kind onder toezicht stellen. Zo’n ingrijpende maatregel wordt niet zomaar genomen. Dat gebeurt uitsluitend als de rechter vindt dat het voor uw kind noodzakelijk is dat jouw gezin verplichte hulp krijgt.
De kinderrechter wil ook jouw mening en de mening van het kind horen voordat hij een beslissing neemt. Als een kind 12 jaar of ouder is, moet de kinderrechter zijn of haar mening vragen. Wanneer je hiermee te maken krijgt, dan is het verstandig om hulp te vragen van een advocaat bij de zitting. Ook kun je hierover contact opnemen met de vertrouwenspersoon. Deel jouw verhaal en we bekijken samen welke stappen je kunt zetten.
Een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming moet duidelijk maken wat de situatie van het kind en jouw gezin is. Wat is het beste voor het kind? Een raadsonderzoeker gaat met jou en je kind praten en met de betrokken hulpverleners. Het gaat o.a. over de ontwikkeling van het kind, de situatie thuis en de hulp die je al hebt (gehad). De raadsonderzoeker kan bijvoorbeeld gaan praten met de huisarts, een leerkracht en anderen. Vind je het belangrijk dat de raadsonderzoeker met een bepaald persoon gaat praten? Dan kun je hem of haar als informant voordragen aan de raadsonderzoeker. Lees hier meer over het raadsonderzoek.
Samen met een gedragsdeskundige beschrijft de raadsonderzoeker de situatie in een rapport. Daar staat ook het advies in. Dit bespreekt hij of zij met je en jij mag ook je mening geven. Wat feitelijk niet klopt moet veranderd worden. Gaat het om een verschil in mening of visie, dan mag je jouw mening aan het rapport toevoegen. Als dat gebeurd is wordt het rapport definitief. Meestal stuurt de Raad daarna het rapport aan jou en soms ook aan het kind. Afhankelijk van de situatie gaat het rapport naar de rechter, de officier van justitie of het ministerie van Veiligheid en Justitie. De rechter beslist uiteindelijk of het advies van de Raad wordt opgevolgd of niet.
Als de ontwikkeling van het kind door problemen in een gezin in gevaar komt, kan een kind onder toezicht worden gesteld (OTS). Als de kinderrechter een kind onder toezicht stelt, zorgt de jeugdbescherming voor een gezinsvoogd/jeugdbeschermer. De ouder en het kind moeten deze hulp accepteren. De gezinsvoogd begeleidt het kind en helpt de ouder bij het oplossen van de problemen.
De ouder houdt wel het gezag over het kind. De ouder blijft dus zelf verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van het kind. Ook blijft toestemming nodig om grote beslissingen te nemen over het kind (bijvoorbeeld schoolkeuze en inschrijven in een woonplaats). De gezinsvoogd kan daarbij helpen. Het doel van de OTS is dat de ouder na een tijd weer zelf voor het kind kan zorgen.
Binnen 6 weken na de start van de OTS moet de gezinsvoogd/jeugdbeschermer een Plan van Aanpak opstellen. Bij de opstelling daarvan dient de ouder betrokken te worden. In dit Plan van Aanpak worden de doelen gesteld waaraan gewerkt dient te worden en het Plan vormt daarmee de basis voor de hulp die tijdens de OTS wordt geboden.
Als je je niet aan het hulpverleningsplan houdt, dan kan de gezinsvoogd je een ‘schriftelijke aanwijzing’ geven. Dit is een opdracht die je moet uitvoeren, bijvoorbeeld jouw kind naar een speciale school sturen. De kinderrechter kan je verplichten om je te houden aan de schriftelijke aanwijzing. Daarnaast kan de kinderrechter je vragen om de schriftelijke aanwijzing vervallen te verklaren.
Een kind kan alleen uit huis geplaatst worden als de kinderrechter daar een machtiging voor heeft gegeven. Een uithuisplaatsing (UHP) betekent niet dat je geen contact meer mag hebben. Kinderen hebben recht op contact met hun ouder(s) en andersom. Wanneer je een uithuisplaatsing wil voorkomen is het belangrijk dat je de hulp van de jeugdbescherming accepteert. Vraag bijvoorbeeld waarom er met een UHP gedreigd wordt en wat er van jou verwacht wordt om dit te voorkomen. Geef ook aan wat je nodig hebt om aan deze verwachtingen te kunnen voldoen. Voordat er een besluit wordt genomen kun je ook een advocaat vragen om hulp. Hij of zij kan helpen bij het adviseren.
Heeft de kinderrechter al een besluit genomen tot uithuisplaatsing, dan kun je daartegen in hoger beroep gaan. Hiervoor heb je een advocaat nodig. Een uithuisplaatsing wil niet zeggen dat het kind naar een instelling voor gesloten jeugdhulp moet. Daarvoor moet de kinderrechter een andere machtiging afgeven. Afhankelijk van de situatie kan het kind na een uithuisplaatsing bij (netwerk)pleegouders of in een open instelling geplaatst worden.
Als de kinderrechter geen omgangsverbod heeft opgelegd, heb je het recht om je kind te zien. Jouw kind heeft ook het recht om jou te zien. Ouders kunnen samen, of met hulp van een gezinsvoogd/jeugdbeschermer, een omgangsregeling afspreken. Is de omgangsregeling vastgelegd in een beschikking van de rechter? Dan moet iedereen zich hieraan houden en kan dit niet zomaar door een jeugdhulpverlener of een ouder gewijzigd worden.
Wil je jouw kind vaker zien dan in de omgangsregeling van de rechter staat? Dan kun je dit verzoeken bij de rechter. De vertrouwenspersoon kan je helpen om uit te zoeken wat er aan de hand is als je jouw kind niet of niet vaak genoeg mag zien.
Wil je een jeugdhulpdossier inzien, een kopie ontvangen, een wijziging indienen of laten vernietigen? Dan moet je dit per brief of e-mail aanvragen. Dit geldt ook voor een dossier van de jeugdbescherming of jeugdreclassering. Dien je verzoek in bij de jeugdhulpverlener of medewerker van de gecertificeerde instelling die het dossier bewaart. Subjectieve informatie, zoals de mening van een hulpverlener, kun je niet laten aanpassen in het dossier. Wel kun je je eigen standpunt laten toevoegen aan het dossier.
Gegevens in dossier jeugdhulp laten vernietigen
Je kunt ook schriftelijk vragen om gegevens uit het dossier te vernietigen. De jeugdhulpverlener of de medewerker van de gecertificeerde instelling beslist wanneer dit kan. Het kan bijvoorbeeld niet als de gegevens in het belang van iemand anders bewaard moeten blijven.
Er zijn verschillende groepen mensen die informatie over de hulp die jouw kind krijgt mogen inzien. Sommigen hebben daarvoor toestemming nodig.
Wie mag onder welke voorwaarden het dossier jeugdhulp inzien?
De volgende personen mogen het dossier jeugdhulp inzien. Behalve als de jeugdhulpverlener vindt dat inzage de hulpverlening of de belangen van de ouder of het kind schaadt.
- Je kind van 12 jaar of ouder als het zijn eigen belangen goed kan inschatten.
- Jij als ouder met gezag of voogd als uw kind nog geen 16 jaar is. Is uw kind 16 jaar of ouder? Dan heb je voor inzage toestemming van het kind nodig.
- Jij als ouder met gezag of voogd als uw kind 16 of 17 jaar is en je toestemming geeft. Of als jouw kind zijn eigen belangen niet goed kan behartigen.
- De curator of mentor van uw meerderjarige kind.
- Hulpverleners rechtstreeks bij de hulpverlening aan uw kind betrokken zijn
Anderen hebben alleen inzage met toestemming van:
- de ouders met gezag of de voogd als het kind nog geen 12 jaar is;
- de ouders en het kind tussen de 12 en 16 jaar en zijn eigen belangen goed kan inschatten;
- de ouders met gezag of de voogd als het kind 12-15 jaar oud is en niet in staat is om zijn eigen belangen goed in te schatten.
- Het kind vanaf 16 jaar en niet wilsonbekwaam is
Deze personen mogen ook om een kopie of wijziging van het dossier jeugdhulp vragen.
Het kan zijn dat je niet goed kunt opschieten met een jeugdbeschermer of andere professional. Bespreek dit eerst met de betreffende hulpverlener zelf. Kom je er met hem of haar niet uit, dan kun je een klachtgesprek aanvragen met de leidinggevende van de betreffende medewerker. Dit gesprek kun je aanvragen door het formuleren van een klachtbrief gericht aan de leidinggevende. In deze brief geef je aan waar je ontevreden over bent en wat je graag zou willen bereiken met het gesprek. Tijdens dit gesprek kun je verder uitleggen wat je niet prettig vindt en hoe je het liever zou willen. Vraag ook altijd om een gespreksverslag waarin gemaakte afspraken worden genoteerd.
Als je in deze fase geen vertrouwen meer hebt in de hulpverlener, kun je bij de leidinggevende het verzoek indienen om een andere hulpverlener te krijgen. Geef altijd een onderbouwing voor dit verzoek. Een verzoek indienen betekent niet dat je automatisch een andere hulpverlener krijgt, maar wel dat er serieus naar de aanvraag gekeken moet worden. De vertrouwenspersoon van Jeugdstem kan je advies geven over en/of ondersteunen bij het verwoorden en bespreekbaar maken van je klachten. De vertrouwenspersoon kan met je meegaan naar klachtgesprekken en let erop dat ze goed naar je luisteren en antwoord geven op eventuele vragen.
Heeft ook het gesprek met de leidinggevende niets opgelost en blijft je onvrede bestaan? Dan kun je met de klachten terecht bij de onafhankelijke klachtencommissie. De contactgegevens van de klachtencommissie kun je vinden op de website van de instelling en anders opvragen bij de instelling zelf. Ook bij de route naar de klachtencommissie kan de vertrouwenspersoon je informatie en advies geven en, indien nodig, ondersteuning bieden.
Een tuchtklacht
Ben je niet tevreden over het individueel handelen van een jeugdprofessional (bijvoorbeeld de gezinsvoogd, casemanager, mentor, psycholoog of pedagoog)? Dan kun je een tuchtklacht tegen hem of haar indienen. Dat kan bij de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) in Bilthoven. Een vertrouwenspersoon tuchtzaken kan je helpen en kosteloos ondersteunen hierbij.
Meer over tuchtzaken
Je kunt als ouder bezwaar maken bij de gemeente als de gemeente uw aanvraag voor jeugdzorg afwijst. Het besluit waartegen je dan bezwaar of beroep tegen indient, heet het verleningsbesluit.
Eerst overleggen met de gemeente
Als je bij de gemeente jeugdhulp aanvraagt, doet de gemeente je een passend aanbod. Ben je het niet eens met het aanbod, praat dan eerst met de gemeente zelf. In een gesprek met jou of het gezin kijkt de gemeente of er een oplossing is. Mogelijk krijg je een ander aanbod. Kom je er na een gesprek niet uit, dan kunt u bezwaar maken bij de gemeente. De vertrouwenspersonen van Jeugdstem kunnen je informeren en adviseren over de mogelijkheden van bezwaar en/of beroep, en daar zo nodig bij ondersteunen. Laat van je horen en neem contact met ons op.
Bezwaar maken
Als je bij de gemeente een bezwaar wil indienen, kost dat niets. Lees verder op de website van de Rijksoverheid hoe je een bezwaar indient bij de gemeente. Als de gemeente je bezwaren afwijst, dan kun je in beroep gaan bij de rechtbank.
Pleegouders
Soms ben je als pleegouder niet tevreden over hoe het gaat of over een professional. Als een gesprek niet helpt, kun je gebruik maken van het klachtrecht.
Als pleegouder ben je afhankelijk van de instelling die je helpt bij de opvoeding. Hierdoor kan het soms lastig zijn om bijvoorbeeld zaken te bespreken waarover je niet tevreden bent. De mening van de medewerkers van de instelling is belangrijk. Wanneer je kritiek hebt, of een andere mening, kan het moeilijk voor je zijn om dat aan de jeugdbeschermer te laten weten. Terwijl het juist zo belangrijk is dat de instelling ook jouw kijk op de zaken hoort. Loopt het contact met de jeugdbeschermer of de pleegzorgbegeleider moeilijk? Praat er dan eerst over. Vaak lost een goed gesprek het probleem al op.
Kom je er samen niet uit, of vind je het moeilijk om het gesprek aan te gaan? Neem dan contact op met de leidinggevende van de medewerker of de klachtenfunctionaris en vraag een klacht- of bemiddelingsgesprek aan. De vertrouwenspersoon is er om je te helpen en kan je:
- uitleg geven over je rechten en plichten als pleegouder
- helpen met een klachtbrief of e-mail schrijven
- ondersteunen bij een klachtgesprek
Een pleegkind kan ook een vertrouwenspersoon inschakelen.
Als pleegouder heb je recht op goede begeleiding van de pleegzorgorganisatie. De pleegzorgorganisatie maakt een begeleidingsplan met jou als pleegouder, want je inspraak en goedkeuring is nodig. Daarnaast moet je betrokken worden bij de hulpverleningsplannen van het pleegkind, waarin staat wat jouw rol als pleegouder is in het hulpverleningsproces. Dit kunnen verschillende plannen zijn. De pleegzorgorganisatie maakt een hulpverleningsplan voor het pleegkind. Bij een OTS of voogdijmaatregel maakt ook de jeugdbeschermer een plan van aanpak voor het kind. In beide plannen heb je recht op inspraak over het deel van het plan waarin staat wat jij als pleegouder gaat doen.
Daarnaast heb je ook recht op een pleegvergoeding. Ook moet de pleegzorgorganisatie ervoor zorgen dat je op tijd genoeg informatie krijgt die nodig is voor de verzorging en opvoeding van het pleegkind. Dit is nodig, want zo kun je goed voor het kind zorgen. Het is aan de pleegzorgorganisatie om te beslissen welke informatie de pleegouders nodig hebben om goede pleegzorg te kunnen bieden.
Als het pleegkind langer dan een jaar bij je woont en er sprake van een vrijwillige plaatsing of voogdij, dan moet de jeugdbeschermer toestemming aan jou vragen als zij willen dat het pleegkind ergens anders gaat wonen. Jij hebt dan als pleegouder het recht om de verhuizing te ‘blokkeren’. Dit wordt het blokkaderecht genoemd. De ouders of jeugdbeschermer kunnen vervolgens vervangende toestemming vragen aan de rechter.
Als het pleegkind onder toezicht is gesteld langer dan een jaar bij je woont, dan moet de jeugdbeschermer vooraf aan de overplaatsing toestemming vragen aan de rechter. Zonder deze toestemming mag het pleegkind niet overgeplaatst worden. Is je pleegkind onder toezicht gesteld, dan heb je ook de mogelijkheid om een geschil over de uitvoering van de OTS aan de rechter voor te leggen. Hiervoor heb je wel een advocaat nodig.
De pleegouderraad (POR) vertegenwoordigt de pleegouders bij de pleegzorgorganisatie. Zij komen onder meer op voor de belangen van pleegouders en pleegkinderen Verder heb je klachtrecht. Als je een klacht heeft over de pleegzorgorganisatie, kun je een vertrouwenspersoon vragen om daarbij te helpen.
De pleegvergoeding voor pleegouders is landelijk bepaald. De hoogte hangt af van de leeftijd van je pleegkind. Naast deze basisvergoeding heb je onder bepaalde voorwaarden recht op vergoeding van bijzondere kosten of op een toeslag. Meer hierover lees je op de website van de Rijksoverheid.
Het kan gebeuren dat je niet tevreden bent over de begeleiding van de medewerker(s) van de pleegzorgorganisatie. Misschien krijg je niet genoeg informatie. Of ze komen de afspraken niet na. De eerste stap is om zelf met de medewerker daarover te praten. Een goed gesprek lost het probleem vaak al op.
Als je er samen niet uit komt, kun je contact opnemen met de leidinggevende van die medewerker en een klachtgesprek aanvragen. Als je ook na dit gesprek onvrede blijft houden, of niet gehoord wordt, dan heb je de mogelijkheid om de klachten in te dienen bij de externe klachtencommissie.
Het is best lastig om ontevredenheid aan te kaarten. Onze vertrouwenspersonen zijn er voor je om je hierbij te adviseren en/of je te ondersteunen.
]Als pleegouder worden jouw gegevens verzameld bewaard in een persoonlijk pleegouder dossier. Een pleegouder heeft recht op inzage in deze dossiergegevens. Het dossier van uw pleegkind mag je niet lezen. Dat is wettelijk zo geregeld. Als pleegouder heb je wel recht op de informatie die nodig is voor de opvoeding en verzorging van het pleegkind. Die informatie deelt de pleegzorgorganisatie meestal voor de plaatsing. Het gaat dan bijvoorbeeld over de gezondheid, problematiek en de samenstelling van het ouderlijk gezin, of eerdere plaatsingen van het pleegkind.
Meer informatie over het vastleggen van gegevens over kinderen die te maken hebben met jeugdzorg lees je op de website van de Rijksoverheid. Heb je behoefte aan meer uitleg over bovenstaande? Neem dan contact op met een vertrouwenspersoon van Jeugdstem.
Meestal kan de ouder of voogd alleen met uw toestemming het pleegkind uit het gezin weghalen. Als je niet instemt, kunnen zij de kinderrechter om een uitspraak vragen. Een instelling voor jeugdhulp heeft jouw toestemming niet nodig.
Jouw toestemming is nodig om pleegkind uit pleeggezin te halen
Als je dit weigert, kunnen de ouders of voogd toestemming vragen aan de kinderrechter. De kinderrechter doet dat alleen als hij dit in het belang van het kind vindt. Weigert de kinderrechter toestemming, dan is deze beslissing 6 maanden geldig. In deze 6 maanden kan een oplossing gezocht worden. Als de rechtbank het verzoek van de ouders inwilligt, moet je het kind afgeven aan de ouders. Op de website van de Rijksoverheid lees je er meer over.
Wil je hier meer informatie over? Neem dan contact op met een vertrouwenspersoon.
Woont een kind van familie of bekenden bij je? Dan kun je mogelijk netwerkpleegouder van het kind worden. Je krijgt dan begeleiding en een pleegvergoeding. Je spreekt van netwerkpleeggezin als de pleegouders deel uitmaken van het sociale netwerk van het gezin van de pleegkinderen. Wil je netwerkpleegouder worden? Zoek dan contact met de organisatie die verantwoordelijk is voor de plaatsing van het pleegkind. Zoals de gezinsvoogdij instelling of, bij een vrijwillige plaatsing, de jeugdhulpverlening betrokken bij het kind. Deze organisatie bekijkt of je in aanmerking komt. Op www.pleegzorg.nl lees je meer over de voorwaarden.
Wanneer je in aanmerking komt, start er een onderzoek door de organisatie voor pleegzorg om te kijken of je geschikt bent. Dat duurt drie maanden. Tijdens dit onderzoek wordt gelet op o.a. de leeftijd en de problematiek van het pleegkind, de samenstelling van het pleeggezin en de verwachte duur van de plaatsing. Als de conclusie is dat je geschikt bent, neemt de pleegzorgorganisatie contact met je op voor het vervolg. Als je vragen hebt over dit proces, helpt de vertrouwenspersoon je graag verder.
Als de pleegouder geen VGB krijgt, dient hij/zij hier een gemotiveerd besluit over te ontvangen. In dat besluit staat ook hoe je hier bezwaar tegen kan maken. Je maakt bezwaar tegen het bestuursorgaan die de beslissing heeft gemaakt, dus bezwaar bij de Raad voor de Kinderbescherming (Rvdk). Het bezwaar moet binnen 6 weken na het verzenden van de beslissing ingediend worden. Er is ook beroep mogelijk bij de bestuursrechter.
Professionals
Iemand die jeugdhulp krijgt, heeft altijd recht op een vertrouwenspersoon. Als er dingen in de hulpverlening niet goed lopen, kan de vertrouwenspersoon daarbij helpen. Niet door het zelf op te lossen, maar door samen met het kind, de jongere of de (pleeg)ouder/verzorger de oplossing te vinden. De vertrouwenspersoon kan helpen bij het schrijven van een (klacht)brief, kan meegaan naar klachtgesprekken en geeft informatie over rechten en plichten van een kind, jongere of ouder.
Elke gemeente moet zorgen dat jongeren en (pleeg)ouders/verzorgers terecht kunnen bij een vertrouwenspersoon. Het ministerie van VWS heeft Jeugdstem ingekocht om het vertrouwenswerk in de jeugzorg uit te voeren. Iedere jeugdhulpaanbieder en gecertificeerde instelling moet er voor zorgen dat de vertrouwenspersoon haar of zijn taak kan uitoefenen. Meestal komt de vertrouwenspersoon op vaste tijden op de groep. Wie met jeugdzorg te maken heeft, mag de vertrouwenspersoon altijd bellen voor een afspraak.
Iemand die jeugdzorg krijgt, heeft altijd recht op een vertrouwenspersoon. Dus elk kind, elke jongere, elke (pleeg)ouder die op de een of andere manier met jeugzorg te maken heeft, kan een beroep doen op Jeugdstem. Iedereen die te maken heeft met jeugdzorg en daar vragen over heeft, kan bij ons terecht. Voor informatie, advies of ondersteuning.
Nee, Jeugdstem dient niet zelf klachten in. Dat doen de cliënten – zij zijn immers degenen die een klacht hebben. Jeugdstem helpt wel bij het opstellen van een klachtbrief. Hierbij verwoordt de vertrouwenspersoon de klachten van de cliënt; het blijven altijd de klachten van de cliënt. Mocht een cliënt besluiten geen klacht in te dienen , dan gaat de vertrouwenspersoon er ook niet mee verder.
Een vertrouwenspersoon komt op een groep om te vertellen wat hij/zij kan doen voor de jongeren. Elke jongere moet weten dat hij of zij recht heeft op ondersteuning van de vertrouwenspersoon. Die kan informatie en advies geven bij het oplossen van problemen en klachten, helpen bij het verwoorden van klachten en bij het voeren van een (klacht)gesprek daarover met de groepsleiding. Als het een officiële klacht wordt, kan de vertrouwenspersoon helpen bij het formuleren van de klacht en meegaan naar de klachtencommissie.
De vertrouwenspersoon van Jeugdstem vertelt niet aan de groepsleiding wat de jongere met hem of haar bespreekt, tenzij dit gevaarlijk is voor de jongere of de mensen om hem of haar heen. In dat geval moet de vertrouwenspersoon daar iets mee doen. Dit bespreekt hij/zij altijd eerst met de jongere.
Iedere jeugdhulpaanbieder en de gecertificeerde instelling moet ervoor zorgen dat de vertrouwenspersoon haar/zijn taak kan uitoefenen. Meestal komt de vertrouwenspersoon op vaste tijden op de groep. Een jongere mag de vertrouwenspersoon altijd bellen of e-mailen voor informatie en advies, of voor het maken van een afspraak – ook buiten de vaste bezoektijden om.
Het is onze missie om de stem van kinderen, jongeren, ouders en pleegouders duidelijk te laten doorklinken in de jeugdzorg. Iedereen die te maken heeft met jeugdzorg en daar vragen over heeft, kan bij ons terecht. Voor informatie, advies of ondersteuning.
Ons uitgangspunt is om onvrede van kinderen, jongeren, ouders en pleegouders op een zo laag mogelijk niveau bespreekbaar te maken. In veel gevallen is een gesprek met de jeugdhulpverlener of de leidinggevende voldoende om tot een oplossing te komen. Soms komen we toch uit op een procedure richting de klachtencommissie. Wij adviseren onze cliënten over de weg die ze kunnen afleggen, maar uiteindelijk bepalen zij zelf de route.
Onze vertrouwenspersoon ondersteunen alleen kinderen, jongeren, ouders en pleegouders in de jeugdzorg en geen professionals. Echter, ze geven wel voorlichting aan professionals over het vertrouwenswerk. Voor professionals is het belangrijk om de actuele informatie over het vertrouwenswerk te kennen en te delen. Jij bent degene die ervoor zorgt dat de toegang tot het vertrouwenswerk voor ieder kind, jongere, ouder en pleegouder laagdrempelig en bereikbaar is.
Ook kun je er samen met Jeugdstem voor zorgen dat kinderen, jongeren, ouders en pleegouders zich vrij voelen om contact te zoeken met – en ondersteuning te vragen van – een vertrouwenspersoon. Dat kun je doen door op de website van je organisatie melding te maken van het recht op toegang tot een onafhankelijke vertrouwenspersoon en door het beschikbaar stellen of uitdelen van communicatiemateriaal van Jeugdstem. Dit kun je via onderstaande button aanvragen.
Materiaal aanvragen
Allereerst gaan we met degene die klaagt in gesprek. Samen met hem of haar zoeken we uit wat er speelt. Als het even kan, proberen we het probleem via een gesprek met jou op te lossen. Het komt voor dat gevraagd wordt of uw leidinggevende kan aansluiten bij dat gesprek. JIj of je leidinggevende zal dan de cliënt en de vertrouwenspersoon uitnodigen om te praten.
De vertrouwenspersoon ondersteunt de cliënt tijdens zo’n gesprek. Bijvoorbeeld door zijn of haar standpunten te verduidelijken of door ervoor te zorgen dat de cliënt zich echt gehoord voelt. We hebben gemerkt dat een groot deel van de klachten door zo’n gesprek al wordt opgelost.
Als een dergelijk gesprek voor een cliënt niet of onvoldoende tot een oplossing leidt, dan kan de vertrouwenspersoon de cliënt informeren over wat hij/zij nog meer kan doen met de klachten. De cliënt kan deze bijvoorbeeld ter beoordeling voorleggen aan de klachtencommissie van de instantie waar je werkt. Als de cliënt dat wil, dan kan de vertrouwenspersoon daar ook bij ondersteunen. De cliënt kan dit echter ook zelf doen, zonder hulp van de vertrouwenspersoon.
De vertrouwenspersoon kan een cliënt adviseren over de te volgen route, echter het is de cliënt die bepaalt welke stappen hij of zij (eventueel met ondersteuning van de vertrouwenspersoon) onderneemt. De vertrouwenspersoon zal niet zelf contact met je opnemen om met jou naar een oplossing te zoeken voor de klacht van de cliënt.
Dat hangt af van de signalen die de vertrouwenspersoon ziet of hoort. Als hij of zijn merkt dat er zaken plaatsvinden die afbreuk doen aan de (rechts)positie van kinderen, jongeren, ouders of pleegouders of aan de behandeling van klachten, is het belangrijk om daar iets aan te doen. Als het gaat om zaken die relatief eenvoudig op te lossen zijn, zal de vertrouwenspersoon dit bij de organisatie aankaarten. Het doel daarvan is om de kwaliteit van de hulpverlening te verbeteren.
Als er niets gedaan wordt met een afgegeven signaal, kan de vertrouwenspersoon een officiële melding maken. Vaak wordt dan eerst op directieniveau overlegd. In het uiterste geval kan de gemeente of de inspectie erbij gehaald worden. Als de vertrouwenspersoon signalen krijgt dat de veiligheid van iemand in het geding is, dan zal de vertrouwenspersoon hiervan altijd melding doen.
De vertrouwenspersonen van Jeugdstem maken afspraken met de instellingen, jeugd- en wijkteams en CJG’s en gezinshuizen waarvan zij de cliënten ondersteunen. Zo worden bijvoorbeeld afspraken gemaakt over de bezoekmomenten, met wie signalen besproken worden en aan wie de vertrouwenspersonen voorlichting geven over het vertrouwenswerk.
Daarnaast worden met instelling jaarlijks de activiteiten van de vertrouwenspersonen binnen de instelling op grote lijnen besproken. Hierbij wordt ook de samenwerking en de afspraken daarover geëvalueerd. Verder dan dat strekt de samenwerking niet. Zo wordt er geen informatie over cliënten gedeeld.
Wel brengen we periodiek rapportages uit met daarin de resultaten van ons werk en de tendensen die we signaleren. Instellingen ontvangen daarover een gedetailleerde jaarrapportage. Gemeenten ontvangen een jaarrapportage over de zogenaamde ’toegang tot jeugdhulp’, met andere woorden: alle jeugdhulpinstanties die onder de verantwoordelijkheid van de betreffende gemeente vallen.
Jazeker. Voorlichting is belangrijk omdat we daarmee een goed beeld kunnen geven van het vertrouwenswerk. Er blijken nogal eens misverstanden te zijn rondom de rol van vertrouwenspersonen. Iedereen die te maken krijgt met jeugdzorg heeft recht op de gratis en onafhankelijke ondersteuning van een vertrouwenspersoon. Het is belangrijk dat kinderen, jongeren, ouders en pleegouders gehoord worden.
Wil je dat een vertrouwenspersoon voorlichting komt geven in uw organisatie of gemeente? Laat van je horen.
Naar het contactformulier
Mocht je ontevreden zijn over Jeugdstem, dan kun je dat altijd met ons bespreekbaar maken. Voor cliënten hebben wij een klachtregeling. Deze is niet van toepassing op professionals/hulpverleners, maar het spreekt voor zich dat ook professionals die te maken hebben gehad met een vertrouwenspersoon hun onvrede daarover bespreekbaar kunnen maken.
Je kunt dit altijd met de betreffende vertrouwenspersoon bespreken om met degene op zoek te gaan naar een oplossing. Hierbij is het wel belangrijk om op te merken dat inhoud van de klacht van een cliënt niet aan de orde kan komen, in verband met onze vertrouwelijkheid en onafhankelijke positie. Maar je kunt altijd in gesprek over de manier waarop de vertrouwenspersoon de ondersteuning van een cliënt heeft aangepakt of jou bejegend heeft.
Lukt dat niet, dan kun je de leidinggevende van de vertrouwenspersoon benaderen. Dat kan via het algemene gratis nummer van Jeugdstem, 088-5551000
Klachten
Als je te maken hebt met jeugdzorg kun je een klacht indienen. Kinderen en jongeren kunnen een klacht indienen, maar ouders en pleegouders ook. Dit kan bijvoorbeeld wanneer je niet tevreden bent over de hulpverlening of over een professional. Denk bijvoorbeeld aan een besluit over hoe een professional met je omgaat. Je hebt dan altijd het recht om een klacht in te dienen. Dit noem je het klachtrecht. Denk bijvoorbeeld aan een besluit over hoe een professional met je omgaat. Je hebt dan altijd het recht om een klacht in te dienen.
Heb je een klacht over jeugdzorg of over een jeugdhulpaanbieder? Bijvoorbeeld omdat je het niet eens bent met beslissingen? Stuur dan je klacht naar de klachtencommissie van de jeugdhulpinstelling. Op de website van de jeugdhulpinstelling staat vaak uitgelegd in een klachtenregelen hoe je een klacht kunt indienen. Je kunt hier ook naar vragen bij de instelling zelf.
Elke jeugdhulpinstelling heeft een klachtencommissie. Zij beoordelen klachten en kunnen daar een uitspraak over doen. Je stuurt de klacht naar de klachtencommissie van de jeugdhulpinstelling. Een vertrouwenspersoon kan je hierbij helpen.
Een vertrouwenspersoon kan informatie geven over hoe de jeugdzorg in elkaar zit, wat je kunt verwachten, wat je rechten zijn, hoe je een gesprek op gang kunt brengen als iets je dwarszit, en hoe je een klacht kunt indienen. We kunnen je:
- Uitleg geven over je rechten en plichten als (pleeg)ouder
- Helpen met een klachtbrief of e-mail schrijven
- Ondersteunen bij een klachtgesprek
Lees hier meer over wat wij voor je kunnen doen.
In de klachtenregeling van een jeugdhulpinstelling staat vaak uitgelegd wat een klachtencommissie doet. Informatie hierover staat meestal op de website van de instelling. Je kunt deze ook altijd opvragen bij de professional. Bij de meeste organisaties gaat het er zo aan toe:
- Je dient de klacht in via een brief of e-mail. Of via het klachtenformulier van de organisatie. Je kunt een vertrouwenspersoon van Jeugdstem vragen om hierbij te helpen.
- Je krijgt bericht als je klacht is ontvangen. Soms vraagt de klachtencommissie om meer informatie.
- De commissie vertelt aan de organisatie of instelling waarover je klacht gaat.
- De organisatie schrijft een reactie op jouw klacht. Deze reactie heet een verweerschrift. De commissie stuurt dit verweerschrift naar jou.
- Jij mag schriftelijk of mondeling toelichting geven. Dat mag de organisatie ook. De mondelinge toelichting is in een hoorzitting. Een vertrouwenspersoon van Jeugdstem kan mee gaan naar een gesprek.
- Bij een hoorzitting stelt de commissie vragen aan jou en aan de medewerkers van de organisatie.
- De klachtencommissie beslist of een klacht terecht (gegrond) of niet terecht (ongegrond) is en legt uit waarom. Deze uitspraak stuurt de commissie naar jou en de organisatie.
- De klachtencommissie stuurt deze uitspraak voor een afgesproken datum. Lukt het ze niet om de uitspraak te sturen voor die datum? Dan laten ze je weten wanneer je de uitspraak wel krijgt.
- De klachtencommissie informeert alle partijen schriftelijk en binnen de vastgestelde termijn. Wordt de termijn niet gehaald? Dan worden alle partijen geïnformeerd over een nieuwe termijn.
Je kunt altijd hulp vragen voordat je naar een klachtencommissie gaat. Neem contact met ons op.
Als je een klacht instuurt, zal een klachtencommissie eerst beoordelen of de klacht ontvankelijk is. Dit betekent dat zij kijken of ze de klacht in behandeling kunnen nemen. Als de klacht in behandeling wordt genomen, zal de commissie vragen of je de klacht duidelijk wilt omschrijven. Ze doen dan een onderzoek naar de klacht. Het kan ook zijn dat er een hoorzitting zal plaatsvinden. Jij en iemand van de organisatie gaan dan in overleg met de commissie. Een klacht gegrond houdt in dat jij gelijk krijgt, als de klacht ongegrond wordt verklaard, betekent dit dat jij geen gelijk krijgt.
Als je vindt dat je niet eerlijk behandeld bent, dan kun je een klacht indienen. Alle jongeren die in een instelling voor jeugdhulp verblijven, hebben het recht om te klagen over hun behandeling, welke leeftijd je ook hebt. Als je een klacht hebt, kun je het volgende doen. Je kunt eerst je klachten bespreken met je mentor of een andere hulpverlener. Een gesprek is vaak al voldoende om een probleem op te lossen. Kom je er samen niet uit? Dan kan de hulpverlener je vertellen wat je met je klacht kunt doen. Ook kan je de vertrouwenspersoon vragen om advies of ondersteuning.
Nee. Je mag over elk onderwerp met de vertrouwenspersoon praten. Je mag vertellen wat je vandaag hebt meegemaakt op school, je mag je zorgen over iets met de vertrouwenspersoon delen, je mag vertellen waar je verdrietig of boos over bent, of als je iets anders kwijt wilt. De vertrouwenspersoon zal altijd naar je luisteren. Wel is het zo dat de vertrouwenspersoon er speciaal is voor zaken die met jeugdhulp te maken hebben. Vragen, problemen of klachten met en over de jeugdzorg, daar kan de vertrouwenspersoon je verder mee helpen!
Meer weten over Jeugdstem?
Neem contact met ons op. Dat kan via ons gratis telefoonnummer, of via onze chat. Maar je kunt ons ook een berichtje sturen.
Laat je horen
