Home > Wat we doen > Pleegouders
Voor pleegouders

Recht op een vertrouwenspersoon
Volgens de jeugdwet heeft iedereen die te maken heeft met jeugdzorg recht op ondersteuning van een onafhankelijke vertrouwenspersoon. Dat geldt voor ieder kind, iedere jongere en iedere ouder. Dus ook voor pleegouders en pleegkinderen. Een vertrouwenspersoon is iemand waarmee kinderen, jongeren, ouders of pleegouders in vertrouwen iets kunnen bespreken. Dus zonder dat een ander te horen krijgt wat er is besproken.
Als pleegouder heb je een aantal rechten die helpen om je rol als pleegouder goed te vervullen. De meeste rechten staan in de Jeugdwet. Een pleegouder zorgt vrijwillig voor een kind van iemand anders. Daarbij heb je rechten en plichten. Dit noemen we ook wel de rechtspositie van de pleegouder. Deze rechten helpen je om je taak als pleegouder goed te vervullen. De rechten van pleegouders staan in de Jeugdwet en het Burgerlijk Wetboek. In het pleegcontract staan afspraken tussen de pleegouder en de pleegzorgorganisatie.
Vragen of klachten

Heb je vragen en/of klachten over bijvoorbeeld procedures, de pleegzorgvergoeding, rapportages over jouw pleegkind, of over het contact met de hulpverlener, jeugdbeschermer of pleegzorgbegeleider? Stel deze aan de vertrouwenspersoon van Jeugdstem. Zowel als het gaat over de pleegzorginstelling, de gecertificeerde instelling (die de jeugd-beschermingsmaatregel uitvoert of de voogdij heeft), of over een andere jeugdhulpaanbieder die betrokken is bij de pleegkind(eren).
Verblijf je in een pleeggezin?

Ook dan kun je al je vragen, problemen of klachten altijd bespreken met een vertrouwenspersoon. Dit kan echt van alles zijn. Een vraag of klacht kan bijvoorbeeld gaan over je jeugbeschermer, je pleegouder(s), of over andere jeugdhulpverleners. De vertrouwenspersoon luistert naar je en denkt met je mee.
Je kunt ook met de vertrouwenspersoon praten als je iets (nog) niet aan je pleegouder(s) durft te vertellen. De vertrouwenspersonen van Jeugdstem komen niet bij jou op bezoek. Maar jij kunt ons wel op ieder moment een vraag stellen. Bijvoorbeeld via de chat of via het gratis telefoonnummer. Je mag ons ook een berichtje sturen.
Lees hier meer.
Veelgestelde vragen van pleegouders
Soms ben je als pleegouder niet tevreden over hoe het gaat of over een professional. Als een gesprek niet helpt, kun je gebruik maken van het klachtrecht.
Als pleegouder ben je afhankelijk van de instelling die je helpt bij de opvoeding. Hierdoor kan het soms lastig zijn om bijvoorbeeld zaken te bespreken waarover je niet tevreden bent. De mening van de medewerkers van de instelling is belangrijk. Wanneer je kritiek hebt, of een andere mening, kan het moeilijk voor je zijn om dat aan de jeugdbeschermer te laten weten. Terwijl het juist zo belangrijk is dat de instelling ook jouw kijk op de zaken hoort. Loopt het contact met de jeugdbeschermer of de pleegzorgbegeleider moeilijk? Praat er dan eerst over. Vaak lost een goed gesprek het probleem al op.
Kom je er samen niet uit, of vind je het moeilijk om het gesprek aan te gaan? Neem dan contact op met de leidinggevende van de medewerker of de klachtenfunctionaris en vraag een klacht- of bemiddelingsgesprek aan. De vertrouwenspersoon is er om je te helpen en kan je:
- uitleg geven over je rechten en plichten als pleegouder
- helpen met een klachtbrief of e-mail schrijven
- ondersteunen bij een klachtgesprek
Een pleegkind kan ook een vertrouwenspersoon inschakelen.
Als pleegouder heb je recht op goede begeleiding van de pleegzorgorganisatie. De pleegzorgorganisatie maakt een begeleidingsplan met jou als pleegouder, want je inspraak en goedkeuring is nodig. Daarnaast moet je betrokken worden bij de hulpverleningsplannen van het pleegkind, waarin staat wat jouw rol als pleegouder is in het hulpverleningsproces. Dit kunnen verschillende plannen zijn. De pleegzorgorganisatie maakt een hulpverleningsplan voor het pleegkind. Bij een OTS of voogdijmaatregel maakt ook de jeugdbeschermer een plan van aanpak voor het kind. In beide plannen heb je recht op inspraak over het deel van het plan waarin staat wat jij als pleegouder gaat doen.
Daarnaast heb je ook recht op een pleegvergoeding. Ook moet de pleegzorgorganisatie ervoor zorgen dat je op tijd genoeg informatie krijgt die nodig is voor de verzorging en opvoeding van het pleegkind. Dit is nodig, want zo kun je goed voor het kind zorgen. Het is aan de pleegzorgorganisatie om te beslissen welke informatie de pleegouders nodig hebben om goede pleegzorg te kunnen bieden.
Als het pleegkind langer dan een jaar bij je woont en er sprake van een vrijwillige plaatsing of voogdij, dan moet de jeugdbeschermer toestemming aan jou vragen als zij willen dat het pleegkind ergens anders gaat wonen. Jij hebt dan als pleegouder het recht om de verhuizing te ‘blokkeren’. Dit wordt het blokkaderecht genoemd. De ouders of jeugdbeschermer kunnen vervolgens vervangende toestemming vragen aan de rechter.
Als het pleegkind onder toezicht is gesteld langer dan een jaar bij je woont, dan moet de jeugdbeschermer vooraf aan de overplaatsing toestemming vragen aan de rechter. Zonder deze toestemming mag het pleegkind niet overgeplaatst worden. Is je pleegkind onder toezicht gesteld, dan heb je ook de mogelijkheid om een geschil over de uitvoering van de OTS aan de rechter voor te leggen. Hiervoor heb je wel een advocaat nodig.
De pleegouderraad (POR) vertegenwoordigt de pleegouders bij de pleegzorgorganisatie. Zij komen onder meer op voor de belangen van pleegouders en pleegkinderen Verder heb je klachtrecht. Als je een klacht heeft over de pleegzorgorganisatie, kun je een vertrouwenspersoon vragen om daarbij te helpen.
De pleegvergoeding voor pleegouders is landelijk bepaald. De hoogte hangt af van de leeftijd van je pleegkind. Naast deze basisvergoeding heb je onder bepaalde voorwaarden recht op vergoeding van bijzondere kosten of op een toeslag. Meer hierover lees je op de website van de Rijksoverheid.
Het kan gebeuren dat je niet tevreden bent over de begeleiding van de medewerker(s) van de pleegzorgorganisatie. Misschien krijg je niet genoeg informatie. Of ze komen de afspraken niet na. De eerste stap is om zelf met de medewerker daarover te praten. Een goed gesprek lost het probleem vaak al op.
Als je er samen niet uit komt, kun je contact opnemen met de leidinggevende van die medewerker en een klachtgesprek aanvragen. Als je ook na dit gesprek onvrede blijft houden, of niet gehoord wordt, dan heb je de mogelijkheid om de klachten in te dienen bij de externe klachtencommissie.
Het is best lastig om ontevredenheid aan te kaarten. Onze vertrouwenspersonen zijn er voor je om je hierbij te adviseren en/of je te ondersteunen.
]Als pleegouder worden jouw gegevens verzameld bewaard in een persoonlijk pleegouder dossier. Een pleegouder heeft recht op inzage in deze dossiergegevens. Het dossier van uw pleegkind mag je niet lezen. Dat is wettelijk zo geregeld. Als pleegouder heb je wel recht op de informatie die nodig is voor de opvoeding en verzorging van het pleegkind. Die informatie deelt de pleegzorgorganisatie meestal voor de plaatsing. Het gaat dan bijvoorbeeld over de gezondheid, problematiek en de samenstelling van het ouderlijk gezin, of eerdere plaatsingen van het pleegkind.
Meer informatie over het vastleggen van gegevens over kinderen die te maken hebben met jeugdzorg lees je op de website van de Rijksoverheid. Heb je behoefte aan meer uitleg over bovenstaande? Neem dan contact op met een vertrouwenspersoon van Jeugdstem.
Meestal kan de ouder of voogd alleen met uw toestemming het pleegkind uit het gezin weghalen. Als je niet instemt, kunnen zij de kinderrechter om een uitspraak vragen. Een instelling voor jeugdhulp heeft jouw toestemming niet nodig.
Jouw toestemming is nodig om pleegkind uit pleeggezin te halen
Als je dit weigert, kunnen de ouders of voogd toestemming vragen aan de kinderrechter. De kinderrechter doet dat alleen als hij dit in het belang van het kind vindt. Weigert de kinderrechter toestemming, dan is deze beslissing 6 maanden geldig. In deze 6 maanden kan een oplossing gezocht worden. Als de rechtbank het verzoek van de ouders inwilligt, moet je het kind afgeven aan de ouders. Op de website van de Rijksoverheid lees je er meer over.
Wil je hier meer informatie over? Neem dan contact op met een vertrouwenspersoon.
Woont een kind van familie of bekenden bij je? Dan kun je mogelijk netwerkpleegouder van het kind worden. Je krijgt dan begeleiding en een pleegvergoeding. Je spreekt van netwerkpleeggezin als de pleegouders deel uitmaken van het sociale netwerk van het gezin van de pleegkinderen. Wil je netwerkpleegouder worden? Zoek dan contact met de organisatie die verantwoordelijk is voor de plaatsing van het pleegkind. Zoals de gezinsvoogdij instelling of, bij een vrijwillige plaatsing, de jeugdhulpverlening betrokken bij het kind. Deze organisatie bekijkt of je in aanmerking komt. Op www.pleegzorg.nl lees je meer over de voorwaarden.
Wanneer je in aanmerking komt, start er een onderzoek door de organisatie voor pleegzorg om te kijken of je geschikt bent. Dat duurt drie maanden. Tijdens dit onderzoek wordt gelet op o.a. de leeftijd en de problematiek van het pleegkind, de samenstelling van het pleeggezin en de verwachte duur van de plaatsing. Als de conclusie is dat je geschikt bent, neemt de pleegzorgorganisatie contact met je op voor het vervolg. Als je vragen hebt over dit proces, helpt de vertrouwenspersoon je graag verder.
Als de pleegouder geen VGB krijgt, dient hij/zij hier een gemotiveerd besluit over te ontvangen. In dat besluit staat ook hoe je hier bezwaar tegen kan maken. Je maakt bezwaar tegen het bestuursorgaan die de beslissing heeft gemaakt, dus bezwaar bij de Raad voor de Kinderbescherming (Rvdk). Het bezwaar moet binnen 6 weken na het verzenden van de beslissing ingediend worden. Er is ook beroep mogelijk bij de bestuursrechter.